28 september 2023 - Laura Schalk

Bestuurder ter verantwoording geroepen: schending van ontslagrecht leidt tot bestuurdersaansprakelijkheid

Op 25 augustus 2023 heeft de kantonrechter in Overijssel een bestuurder persoonlijk aansprakelijk gehouden voor het niet naleven van het ontslagrecht bij het beëindigen van de activiteiten van de vennootschap. Deze zaak onderstreept het belang voor werkgevers om de arbeidsrechtelijke regels bij ontslag nauwgezet te volgen, en de mogelijke consequenties voor bestuurders als deze verplichtingen niet worden nageleefd.

Achtergrond

In deze zaak had de werkgever de arbeidsovereenkomst met een zieke werknemer beëindigd zonder diens toestemming. Bovendien had de werkgever voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst geen goedkeuring van het UWV of de kantonrechter verkregen. Ten slotte had de werkgever óók geen rekening gehouden met het opzegverbod tijdens ziekte, én had hij de opzegtermijn genegeerd

Op 30 maart 2023 is de vennootschap waarin de werkgever activiteiten ontplooide ontbonden en uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel. Gedurende deze periode had de bestuurder van de vennootschap een nieuwe vennootschap opgericht, die in de praktijk dezelfde activiteiten uitvoerde als de ontbonden vennootschap en ook klanten wierf met behulp van het klantenbestand van de oude vennootschap.

Tussen partijen was niet in geschil dat de werkgever de arbeidsovereenkomst van de werknemer onregelmatig – en dus niet rechtsgeldig – had opgezegd. Daarom eiste de werknemer een financiële vergoeding wegens de onrechtmatige beëindiging van zijn arbeidscontract.

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter oordeelde allereerst dat in deze kwestie sprake was van een “overgang van onderneming”, omdat de bestuurder de onderneming van de oude vennootschap in feite had voortgezet met de nieuw opgerichte vennootschap. Als gevolg van deze “overgang van onderneming” waren de werknemers van de oude vennootschap automatisch in dienst getreden bij de nieuwe vennootschap. Dit gold ook voor de werknemer in kwestie, en de uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende verplichtingen van de oude vennootschap jegens de werknemer waren daarom overgegaan op de nieuwe vennootschap. De werknemer kon de nieuwe vennootschap daarom aanspreken tot nakoming van die verplichtingen, aldus de kantonrechter.

Vervolgens oordeelde de kantonrechter dat – naast de nieuwe vennootschap – óók de bestuurder van de werkgever uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid in privé aansprakelijk is voor de vorderingen van de werknemer. De kantonrechter onderbouwde deze beslissing als volgt.

Als een vennootschap tekortschiet in zijn verplichtingen uit een overeenkomst of onrechtmatig handelt, is het uitgangspunt dat (slechts) de vennootschap aansprakelijk is voor de daaruit voortvloeiende schade. Onder bijzondere omstandigheden kan ook ruimte zijn voor aansprakelijkheid van de bestuurder, namelijk als de bestuurder heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt. De bestuurder kan in dat geval voor de schade van de schuldeiser aansprakelijk worden gehouden, als zijn handelen of nalaten als bestuurder ten opzichte van de schuldeiser in de gegeven omstandigheden zodanig onzorgvuldig is dat hem daarvan een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt. Van een dergelijk persoonlijk ernstig verwijt zal in ieder geval sprake zijn als komt vast te staan dat de bestuurder wist of redelijkerwijze had behoren te begrijpen dat de door hem bewerkstelligde of toegelaten handelwijze van de vennootschap tot gevolg zou hebben dat deze haar verplichtingen niet zou nakomen en ook geen verhaal zou bieden voor de als gevolg daarvan optredende schade. De kantonrechter is van oordeel dat hier van zo’n situatie sprake was.

Van de bestuurder had als ondernemer mogen worden verwacht dat hij op de hoogte was van de ontslagregels. Voor zover hij die regels niet precies kende, had van hem als goed werkgever mogen worden verwacht dat hij juridisch advies zou inwinnen. De bestuurder had dus op zijn minst redelijkerwijs behoren te begrijpen dat de wijze waarop hij – namens de vennootschap – de arbeidsovereenkomst met de werknemer had opgezegd, arbeidsrechtelijk niet door de beugel kon, dat deze zou leiden tot een vordering van werknemer op de oude vennootschap én dat deze vennootschap vanwege haar ontbinding geen verhaal zou bieden voor die vordering. Deze handelwijze is zodanig onzorgvuldig jegens de werknemer dat de bestuurder daarvan een persoonlijk en ernstig verwijt kon worden gemaakt. De kantonrechter oordeelde daarom dat de werknemer óók de bestuurder in privé aansprakelijk kon houden voor de schade die hij stelde te hebben geleden door de onregelmatige opzegging van zijn arbeidsovereenkomst.

De rechter stelde vast dat de schade van de werknemer bestond uit een gefixeerde schadevergoeding, de wettelijke transitievergoeding en een billijke vergoeding van € 21.000,–.In totaal kreeg de bestuurder door zijn handelwijze dus een bedrag van € 29.100,75 voor de kiezen!

Lees de volledige uitspraak hier