Is een grensoverschrijdende reactie op kritiek voldoende voor ontslag op staande voet?
Een uit de hand gelopen gesprek met een 19-jarige stagiaire, gevolgd door escalerend gedrag richting HR. In deze uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden liep het gedrag van een 58-jarige werknemer binnen enkele dagen zó uit de hand dat ontslag op staande voet volgde. Hoe kijkt de rechter naar zulke situaties? En wat leert deze uitspraak ons over de gevolgen van reacties die voortvloeien uit hoog opgelopen emoties?
Wat speelde er?
In deze zaak staat het gedrag van een 58-jarige werknemer centraal, zowel tijdens als na een interview met een stagiaire. De stagiaire deed onderzoek naar het wervingsproces van nieuwe medewerkers bij Riedel en sprak daarvoor met de werknemer. Tijdens dit gesprek maakte de werknemer opmerkingen over het uiterlijk van de stagiaire – zij zou een “mooie meid” zijn – en werden ook privé-onderwerpen besproken. De stagiaire meldde dit bij HR, de werknemer werd vervolgens aangesproken op zijn gedrag door de HR-adviseur.
Tijdens het gesprek werd de werknemer boos, en beschuldigde hij de HR-adviseur van jaloers gedrag, en noemde hij haar ongeschikt voor haar werk. Hij verliet vervolgens het gesprek. De werknemer meldde zich vervolgens – in een Whatsapp-bericht aan zijn leidinggevende – ziek. In datzelfde bericht herhaalde hij de verwijten aan het adres van de HR-adviseur en stelde hij dat zijn reputatie was aangetast en dat hij zich niet op deze manier liet behandelen.
Enkele dagen later werd de werknemer uitgenodigd voor een vervolggesprek, waarin hem de gelegenheid tot wederhoor werd geboden. Tijdens dat gesprek, met de teamleider en ditmaal de HR-manager, liepen de spanningen opnieuw hoog op. Het gesprek werd voortijdig beëindigd. De volgende dag werd de werknemer per brief op staande voet ontslagen wegens grensoverschrijdend gedrag. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag rechtsgeldig was. De werknemer stelde hoger beroep in.
Het oordeel van het hof Arnhem-Leeuwarden
Op 10 maart 2025 bevestigt het hof het oordeel van de kantonrechter en wijst de verzoeken van de werknemer af. Uit de ontslagbrief van Riedel volgt dat het ontslag op staande voet is gebaseerd op de drie momenten, namelijk: (i) het gedrag van werknemer tijdens het interview met de stagiaire, (ii) zijn intimiderende houding tijdens gesprek met de HR-adviseur, en (iii) zijn boze en dreigende houding tijdens het laatste gesprek met zijn teamleider en HR-manager.
Bijzonder is dat het hof expliciet overweegt dat het gedrag tijdens het tweede gesprek – de confrontatie met de HR-adviseur – op zichzelf al voldoende is geweest voor ontslag op staande voet. Ook wanneer het hof uitgaat van de lezing van de werknemer, waarin de HR-adviseur hem ten onrechte zou hebben beschuldigd, acht het de grenzen van normale collegiale omgang ruimschoots overschreden. Het hof merkt op dat, zelfs zonder rekening te houden met het laatste gesprek, sprake is van een voldoende dringende reden.
Reactie van werknemer als zelfstandige ontslaggrond
Bij de beoordeling van grensoverschrijdend gedrag kijkt de rechter naar alle omstandigheden, zoals toon, functie, duur van het dienstverband en persoonlijke omstandigheden. Als die reactie grensoverschrijdend is – bijvoorbeeld intimiderend of dreigend – kan dat de ernst van eerder gedrag onderstrepen.
Volgens de Arbowet is de werkgever verplicht om beleid te voeren tegen grensoverschrijdend gedrag, met als doel werknemers te beschermen en een veilige werkomgeving te bieden. Deze bescherming strekt zich tot collega’s onderling, werknemers en derden (zoals klanten) en werkgevers jegens werknemers. Hoewel grensoverschrijdend gedrag van werknemer richting werkgever dus buiten de beschermingsreikwijdte van de Arbowet valt, betekent dit niet dat het zonder gevolgen blijft. De juridische basis hiervoor ligt in de algemene normen van goed werknemerschap, neergelegd in artikel 7:611 BW.
Deze uitspraak bevestigt dat een dergelijke reactie óók op zichzelf als dringende reden voor ontslag kan worden aangemerkt. Maar ook dan zal de rechter de hele context en persoonlijke omstandigheden moeten meewegen in zijn beslissing. Soms kan een emotionele uitbarsting immers verklaarbaar zijn; in andere gevallen, zoals hier, ontbreekt elk inzicht of zelfreflectie en is ontslag gerechtvaardigd.
Conclusie
Kortom, deze uitspraak maakt duidelijk dat niet alleen de initiële gedragingen van een werknemer, maar ook zijn reactie op een daaropvolgende confrontatie bepalend kan zijn voor de vraag of ontslag op staande voet gerechtvaardigd is. Het onderstreept het belang van professioneel en zorgvuldig handelen binnen arbeidsverhoudingen, ook en juist in situaties waarin een werknemer zich aangesproken of onrechtvaardig behandeld voelt.
Deze blog is geschreven door collega Juliëtte van Rij, juridisch medewerkster bij Höcker Advocaten.