11 maart 2024 - Manon Vermeulen

Visual ‘Het verbetertraject’

Vorige week donderdag, tijdens de Höcker Actualiteitenmiddag, bespraken wij de onderwerpen ontslag op staande voet, disfunctioneren en het verbetertraject. De deelnemers aan het seminar arbeidsrecht kregen een visual over het verbetertraject. Klik hier voor de visual.

Je kunt de visual gebruiken als leidraad bij het vaststellen van disfunctioneren (fase 1), het opstellen van een verbeterplan (fase 2), de uitvoering van het verbetertraject (fase 3) en de beoordeling of ontslag wegens disfunctioneren kan (fase 4).

Het toetsingskader van disfunctioneren

  1. Disfunctioneren: de werknemer is ongeschikt voor de bedongen arbeid (fase 1).
  2. Kenbaarheid: de werknemer is tijdig geïnformeerd over het disfunctioneren (fase 2).
  3. Verbetertraject: de werknemer heeft voldoende gelegenheid gehad om zijn functioneren te verbeteren (fase 2 en 3).
  4. Het disfunctioneren houdt geen verband met ziekte of gebreken van de werknemer (fase 4).
  5. De ongeschiktheid is niet het gevolg van onvoldoende zorg van de werkgever voor scholing of arbeidsomstandigheden van de werknemer (fase 4).
  6. Herplaatsing binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, in een andere passende functie is niet mogelijk of ligt niet in de rede (fase 4).

Voldoende gelegenheid to verbetering?

Uit de wet volgt niet op welke wijze de werkgever de werknemer in de gelegenheid moet stellen zijn functioneren te verbeteren.

In het Ecofys-arrest heeft de Hoge Raad bepaald dat de werknemer een serieuze en reële kans moet krijgen om zijn functioneren te verbeteren. Welke begeleiding, hulp en ondersteuning de werkgever daarbij moet bieden hangt af van de concrete situatie. Hetzelfde geldt voor de vastlegging hiervan. De ‘gezichtspunten’ van de Hoge Raad die daarbij een rol kunnen spelen zijn als volgt:

  • de aard, de inhoud en het niveau van de functie;
  • de bij de werknemer aanwezige opleiding en ervaring; de aard en mate van de ongeschiktheid van de werknemer;
  • de duur van het onvoldoende functioneren vanaf het moment dat de werknemer daarvan op de hoogte is gesteld;
  • de duur van het dienstverband; wat er in het verleden reeds is ondernomen ter verbetering van het functioneren;
  • de mate waarin de werknemer openstaat voor kritiek en zich inzet voor verbetering;
  • en de aard en omvang van het bedrijf van de werkgever.

Zie in dit kader de checklist in fase 2 en tips in fase 3 van de visual.