13 november 2023 - Mick Hurks

Uitspraak van de week: "Vertrouwen is goed, particuliere recherche is beter?"

Als trouwe lezer bent u wellicht bekend met mijn artikel in Maandblad ArbeidsRecht van enkele jaren geleden, over de inzet van particuliere recherche in het arbeidsrecht. Uit de onderzochte rechtspraak bleek dat de inzet van een recherchebureau een nuttig middel kan zijn om bewijs te verzamelen, maar dat je altijd goede afspraken moet maken over de inzet van de rechercheur en de werkgever ook gedurende het traject vinger aan de pols moet houden. Dit bleek ook weer uit een deze week gepubliceerde uitspraak van het hof Amsterdam.

Wat speelde er? Een accountmanager van een organisatieadviesbureau is al enige tijd arbeidsongeschikt. Tijdens zijn re-integratietraject werkt hij als vrijwilliger voor Stichting Flevo-landschap. De werkgever heeft zijn dossier niet op orde voor de WIA en krijgt een loonsanctie (‘derde ziektejaar’) opgelegd. Dan beginnen de problemen in de verhouding. Werknemer wordt langdurig volledig arbeidsongeschikt wegens een coronabesmetting. Werkgever denkt er het zijne van en schakelt een recherchebureau in om onderzoek te doen. De onderzoeksopdracht: “Onze opdracht was om vast te stellen of subject rechtmatig afwezig was wegens ziekteverzuim.” Daar gaat het al mis. Een rechercheur is (doorgaans) geen medisch specialist en kan niet beoordelen of een werknemer ‘rechtmatig afwezig was wegens ziekteverzuim’.

Ook in de uitvoering van de opdracht gaat het recherchebureau (veel) te ver. Zo boekt het recherchebureau, via een ander bedrijf, bij Flevo-landschap een wandeling die de werknemer verzorgt. Het recherchebureau concludeert: ‘tijdens de wandeling is niets gebleken van enige ziekteverschijnselen’. Ook observeert het recherchebureau bijna twee weken voor de deur van de werknemer en vertelt het buurtbewoners dat ze ‘drugsgerelateerd onderzoek’ doen. Het onderzoek voldoet niet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.

Dit wordt de werkgever 1-op-1 aangerekend, en een stevige billijke vergoeding van EUR 35.000 wordt toegekend. De les? Denk goed na over de inzet van recherche, maak duidelijke afspraken en houd de vinger aan de pols. De rechercheur doet feitenonderzoek, de kwalificatie van de feiten moet door de (medisch) specialist verzorgd worden.

Lees de volledige uitspraak hier